Stedin vraagt bedrijven alleen te produceren als er veel wind of zon is, hoe logisch is dat?

Op veel plekken in Nederland kan een bedrijf geen netaansluiting meer krijgen om meer elektriciteit te leveren of af te nemen. Fabrieken, zonneparken, windmolens kunnen niet starten of uitgebreid worden. Dit noemen we netcongestie. Het stagneert zowel de economische ontwikkeling als de energietransitie. Nieuw is dit niet, al enkele jaren is het al in het nieuws (Analyse van congestie op Nederlandse energienetten – EnergyProof) en in 2021 schreef ik er ook al over. Netbeheerders krijgen het ook niet zo snel opgelost omdat de standaard oplossing – net uitbreiding – veel tijd kost door vergunningsprocedures en ook hebben we de technische mensen niet. De minder standaard oplossingen, hebben nogal wat andere hordes te nemen, bv omdat de wet en regelgeving het nog niet toelaat. Zoals het niet mogen exploiteren van een batterij door de netbeheerder.

Nu is het elektriciteitsnet een kwestie van balans, dat wil zeggen dat vraag en aanbod op elk moment gelijk moeten zijn. Deze wetmatigheid heeft mogelijk Stedin geinspireerd ook weer eens een beroep te doen op de vraagkant en bedrijven op te roepen alleen te produceren als er veel wind en zon is (Oproep aan bedrijven: gebruik vooral energie als er veel wind of zon is (nos.nl)). Nu is energie iets anders dan capaciteit, maar de gedachte is wel te volgen als je het interpreteert als: je produceert als het aanbod er toch al is want dan is er balans. Wat hier op af te dingen is zijn twee dingen: 1) de netbeheerder moet nu nog contractueel op elk moment dezelfde capaciteit leveren 2) congestie is iets lokaals waarbij de infrastructuur voor transport van elektriciteit onvoldoende is. Om het even verder toe te lichten of een bedrijf nu in de avond of in de middag elektriciteit wilt hebben de capaciteit die geleverd moet kunnen worden is hetzelfde namelijk de piek die er in een heel jaar nodig is. Daarnaast helpt het weinig als het bedrijf in kwestie, dat op een ander moment gaat produceren, niet op de kabel of het verdeelstation zit waar de congestie optreedt.

In het hier en nu zagen veel partijen beren op de weg, om nu zomaar elk bedrijf te vragen op een ander moment te produceren was wel wat veel gevraagd volgens Hans Grunfeld van VEMW. En batterijen die hier potentieel een oplossing kunnen bieden zijn,  wrang genoeg, nu onderdeel van het probleem omdat ze continue capaciteit verleend moet worden om vrij te kunnen handelen op de energiemarkt. Om nog maar eens duidelijk te maken dat energiehandel niet perse bijdraagt aan het oplossen van congestie. Energiehandel vindt plaats op de Europese markt waar prijzen wel een nationaal tintje hebben door verschillen in het productiepark voor elektriciteit en de beperking van uitwisseling via kabels tussen landen. De huidige energierijzen geven niet op bv regionale schaal weer hoeveel aan en afvoer er is.   

Wat Stedin denk ik bedoelt is dat we in de toekomst onze infrastruktuur beter moeten benutten. Infrastruktuur uitleggen op pieken die weinig voorkomen is vaak een dure aangelegenheid, en anders in dit geval tijdrovend om de uitbreiding te realiseren. Om dit te voorkomen wil je dat vraag en aanbod niet alleen op alle tijdstippen op elkaar aansluit, maar ook lokaal. Eigenlijk een beetje zoals vroeger, de eerste elektriciteitscentrales stonden ook bij grote afnemers: steden of fabrieken.

Dat laatste moet je echter niet al te letterlijk nemen. Want een geografisch groter systeem is vaak wel stabieler omdat er meer diversiteit zit in leverings- en afname patronen.

Meer lezen:    

De energiemarkt | ACM.nl

FAQ: De ins- en outs van netcongestie en transportschaarste; waar zit de ruimte voor innovatieve oplossingen? | Topsector Energie

Hoe verloopt de transitie naar aardgasvrij in de woningbouw

deel 1: de hybride warmtepomp

De hybride warmtepomp/ketel – of een duurzamer alternatief – is vanaf 2026 verplicht bij vervanging van een gasketel. Dit is in de zomer van 2022 bekend gemaakt door minister Jetten. Onder dit voornemen ligt een set afspraken met de ketelleveranciers en installatiebranche (Rijksoverheid, 2022).  Reden om dit te willen vanuit de overheid is omdat er dan in elk geval een redelijk grote CO2-reductie (60% voor verwarming) afgedwongen wordt per 2026 waarop gerekend kan worden. Dit in een segment – die van de woningeigenaren – waar nog weinig met normen gedaan is en vooral met vrijwillige stimulering geprobeerd is resultaat te behalen. Dit laatste deels met succes, vooral de salderingmaatregel op PV kent groot animo en ook de warmtepomp is de afgelopen 2 jaar met een opmars begonnen. Maar tevens is er in dit segment – waar 30% van de woningen een energielabel lager dan D heeft – nog een groot potentieel voor verduurzaming (RVO, 2022). Normering in heeft in elk geval in de nieuwbouw en bij apparaten tot aantoonbare energiebesparing geleid (CBS, 2019). Echter, bij de label verplichting voor kantoren maakt de overheid niet zo’n doortastende indruk. Vanaf januari 2023 moesten alle kantoren label C hebben. Het lukte de overheid niet dat zelf te halen, maar liefst 38 % van het Rijksvastgoed voldoet niet. En ook in de hele sector voldoet 30 % van het vloeroppervlak niet (Kadaster, 2023). Het handhaven zal niet in elk gemeente meteen opgepakt worden (NOS, 2022).

Voor de branche en woningeigenaren betekent de normering bij ketelvervanging duidelijkheid over de richting en de concrete opties waar men zich op kan richten (Sparboth, 2022). Daarbij biedt het de installatiebranche een alternatief dat enigszins past bij hun huidige praktijk: een installatie die zelf voldoende CO2 reduceert zonder dat het een project moet worden met meerdere partijen. Ook zou het op het natuurlijke vervangingsrendement – als de ketel stuk is – een snelle oplossing kunnen bieden. Dit klinkt als een briljant plan, maar is het dat ook?

Mijn zorg is dat het nu zo sterk inzetten op een hybride oplossing de energietransitie in een technology lock-in zou kunnen brengen. Immers, als een huis eenmaal een hybride ketel heeft zal deze er de volle levensduur van ongeveer 12, 15 of zelfs 20 jaar blijven zitten. En gaat Nederland dan wel snel genoeg van het aardgas of om in 2050 in de gebouwde omgeving geen CO2 meer uit te stoten?  

Een eerste sommetje suggereert dat dat misschien net zou kunnen. Uitgaande van een levensduur van een gasketel van ongeveer 12 jaar is er geen gasketel meer in Nederland in 2038. Als de hybride variant dan ook bij einde levensduur van 12 jaar vervangen wordt door een warmtepomp dan zou je theoretisch in 2050 van het aardgas zijn. Net op tijd dus, zou je zeggen. Nu was het aantal ketel vervangingen in 2021 431.000 ketels (RVO, 2022) en dat geeft een levensduur van meer dan 15 jaar, wat al een vertraging van 6 jaar betekent in het bovengeschetste scenario.

Dit is de reden waarom partijen als Milieu Centraal pleiten voor de ontwikkeling van ‘ all electric ready’ hydride oplossingen. Dan kan je voor einde levensduur van het aardgas af (Sparboth, 2022). Een andere optie is dat er groen gas of groen waterstof naar de hybride ketels gaat zodat er geen aardgas meer nodig is. Dit lijkt een scenario dat in elk geval door netbeheerders omarmd wordt (Netbeheer Nederland, 2021). Zij hebben hierbij in elk geval twee belangen: het niet overal al te ingrijpend hoeven te versterken van het elektriciteitsnet en het niet te hoeven afschrijven van het gasnet. Of dit een reële, goede optie is ga ik in een ander blog uitzoeken.   

Zou het zonder een normering ook wel goed gekomen zijn? Dat denk ik niet, want hoewel er heel veel warmtepompen zijn verkocht in 2021 en 2022 (RVO, 2022) is mijn inschatting dat dit een groep voorlopers is die het milieu een warm hart toedichten en waarvoor de investering te doen is. Nu is met de huidige zeer hoge gasprijzen de terugverdientijd van een warmtepomp sterk verlaagd (Milieu Centraal, 2023), en het animo voor verduurzaming gestegen, maar voor grote groepen voelt en is de investering ook met subsidie te hoog (duurzaam beleggen, 2022). Een hybride warmtepomp is daarin veel aantrekkelijker, kan bij een grotere groep woningen worden toegepast en realiseert dus een forse CO2-reductie waar anders nog 12, 15 of 20 jaar een gasketel zou hebben gehangen.

Er zijn genoeg redenen om aan te nemen dat dit proces langzamer zal gaan, maar ook redenen om aan te nemen dat het sneller kan. Het gaat langzamer als er niet voldoende aanbod is van hybride ketels. De productie moet nl nog opgeschaald worden tot de ongeveer 500.000 die er dan per jaar nodig zijn. Of als er niet genoeg mensen zijn om deze te installeren, de installatie is immers iets ingewikkelder en kost meer tijd dan het vervangen van een gasketel. Aan de positieve kant is de branche zich hiervan bewust en zegt te gaan opschalen (Sparboth, 2022). Het zal ook niet snel genoeg gaan als er mogelijkheden zijn om er onderuit te komen of als handhaving niet goed ingeregeld wordt. Het kan natuurlijk ook sneller gaan, bijvoorbeeld als de gasprijzen hoog blijven.

Maar had de overheid niet nog een stapje verder kunnen gaan, of moeten gaan?

Ja, liefst wel, want naast een duurzamere installatie moeten we ook besparen. Nu sluit het een het ander niet uit, maar dat moet wel gestimuleerd worden. En als je toch gaat isoleren kan je ook een warmtepomp nemen. Toch vind ik dit compromis zo slecht nog niet. Normering heeft zich bewezen als een effectieve beleidsmaatregel en de branche staat erachter. Randvoorwaarde is wel dat het echt gaat gebeuren in 2026. Het plan zou wel moeten zijn dat er een spijtvrije optie komt die als er snel vervanging nodig is nog op gas kan werken, maar als er meer geïsoleerd wordt een all electric optie kan zijn. En er moet een stap komen waarbij er over pak ‘m beet 10 jaar geen hybride meer geïnstalleerd mag worden met aardgas, maar alleen nog als er groen gas of groen waterstof is. Iets om de komende jaren te volgen.

CBS. (2019, 4 20). energieverbruik-particuliere-huishoudens-2017. Opgehaald van CBS statline : https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2019/05/energieverbruik-particuliere-huishoudens-2017

duurzaam beleggen. (2022, 7 4). Bijna driekwart woningbezitters wil verduurzamen – Duurzaam Financieel . Opgehaald van duurzaam-beleggen.nl: Bijna driekwart woningbezitters wil verduurzamen – Duurzaam Financieel (duurzaam-beleggen.nl)]

Kadaster. (2023, 1 6). Onderzoeksrapport_Verplicht_energielabel_C_kantorenmarkt_Kadaster_Research_V4. Opgehaald van kadaster.nl: https://www.kadaster.nl/documents/1953498/63845859/Onderzoeksrapport_Verplicht_energielabel_C_kantorenmarkt_Kadaster_Research_V4.pdf/239fa1ec-1120-fbc2-8ee4-a0016f2441ab?t=1671012934724

Milieu Centraal. (2023, 1 6). energie-besparen/duurzaam-verwarmen-en-koelen/volledige-warmtepomp/. Opgehaald van milieucentraal.nl: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/duurzaam-verwarmen-en-koelen/volledige-warmtepomp/

Netbeheer Nederland. (2021). Het Energiesysteem van de toekomst. Arnhem: Netbeheer Nederland.

NOS. (2022, 12 29). Overheid voldoet niet aan eigen regels energielabel voor kantoren. Opgehaald van NOS.nl: Overheid voldoet niet aan eigen regels energielabel voor kantoren (nos.nl)

Rijksoverheid. (2022, 5 17). hybride warmtepomp de neiweu standaard vanaf 2026. Opgehaald van rijksoverheid.nl: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/05/17/hybride-warmtepomp-de-nieuwe-standaard-vanaf-2026

RVO. (2022). monitor verduurzaming gebouwde omgeving. Opgehaald van rvo.nl: Monitor Verduurzaming Gebouwde Omgeving 2022 (rvo.nl)

Sparboth, C. (. (2022). Nationaal Warmtepomp Trendrapport i. Heerhugowaard: Dutch New Energy Research.

De schop moet toch al in de grond in Amsterdam: datacenters en groei van de stad zorgen voor flinke investeringen in het elektriciteitsnet de komende decennia

Amsterdam vraagt zich af welke energie-infrastructuur de stad nodig heeft in 2030 en 2050 als gevolg van groei en energietransitie. Hiervoor heeft ze met netbeheerder Alliander een systeemstudie gedaan met verschillende energietransitiescenario’s om de impact op de elektriciteitsnetten op onderstation en middenspanningsruimtes te onderzoeken[1].

Op het elektriciteitsnet moet er momentaan balans zijn tussen vraag en aanbod. Het netwerk moet lokaal dusdanig capaciteit hebben dat vragers en aanbieders op het gewenste moment elektriciteit kunnen krijgen of leveren. Op elke plek tussen opwek en vraag kan een kink in de kabel komen. Dit kan heel lokaal zijn bij de aansluiting van een gebruiker op het net of juist op plekken waar het net van de ene spanning naar de ander gaat: bij de overgang van laag naar midden spanning (de middenspanningsruimte) of van midden naar hoogspanning (het zogenaamde onderstation) deze laatste twee heeft Amsterdam hier onderzocht.

Interessant resultaat is dat niet het toekomstige aanbod, maar de vraag naar elektriciteit de bottleneck in de stad gaat worden. Dit is bijzonder omdat het nieuws vooral bol staat van de impact van zon en windenergie op het netwerk[2].  In volgorde van omvang is de verwachte benodigde capaciteit in Amsterdam op onderstations het grootste bij datacenters, nieuwbouw, mobiliteit en dan pas de warmtetransitie.

Ontwikkeling van de capaciteitsvraag voor elektriciteit in Amsterdam per segment (bron: zie noot 1)

Zoals te zien is in de figuur hierboven,  is het dus meer de groei van ICT en de stad (donker en licht blauw) dan de energietransitie (groen en oranje) die voor de netwerkissues [op onderstations; op MSR is het mobiliteit] in de stad zorgt. Of anders gezegd: de schop moet toch al in de grond of er nou een energietransitie is of niet.

Op nivo van de middenspanningruimte is het overigens wel mobiliteit die de grootste impact heeft en dan nieuwbouw en de warmtetransitie.

Van alle scenario’s is natuurlijk wel wat te vinden, meest impactvolle kan m.i. zijn de grote rol van hoog temperatuur warmtenetten in de gebouwen. Als hier toch warmtepompen een rol gaan spelen kan dit nog meer impact op het elektriciteitsnet hebben dan nu is ingeschat Anders gezegd kan de inzet op hoge temperatuur warmtenetten mede ingegeven zijn door het beperkt willen houden van de impact op het net.

Belangrijk is wel te zeggen dat deze conclusie geldt voor Amsterdam. Het kan niet zomaar vertaald worden naar andere steden omdat daar lokaal heel andere scenario’s kunnen gelden voor de vraag, maar ook voor het aanbod. Kans is groot dat niet overal zoveel datacenters komen. Landelijk zijn er nu al grote verschillen waar het net uitbreiding nodig heeft om zonne- en windparken in te passen. Bekend is dat nu al grote problemen met inpassing zijn in Noord-Nederland en delen van Brabant. Op deze plekken is het net uitgelegd op geringe vraag en aanbod passend bij het platteland van een paar jaar geleden[3].

Mobiliteit is wel overal in de gebouwde omgeving impactvol. Een infrastruktuur van laad hubs en snelladers naast thuisladen lijkt voor de elektrische autorijder beste laadcomfort te leveren[4]. Daarnaast kan dit  er ook voor zorgen dat de impact op het net meer geconcentreerd kan zijn en het net niet tot in de diepste haarvaten versterkt hoeft te worden. Wel is hier heel lokaal waar dit wel en niet de meest logische oplossing blijkt te zijn.

Complexiteit van netaanpassing is dat op laag- en middenspanningsniveau de netbeheerders vraag volgend waren en er geen langjarige planning was, zoals bij hoogpanningsnet wel al gebruikelijk was. De laatste paar jaar is hier veel ontwikkeling in geweest, maar doordat soms aanbod sneller neer te zetten is dan een netverzwaringen te realiseren is zijn er al veel (tijdelijke) problemen nu. Vandaar dat scenario studies als die van Amsterdam van belang zijn.

Vervolgstudies moeten uitwijzen op welke manier er nog verder gestuurd kan worden op minder grote pieken op het net. Het kunnen sturen van vraag en/of aanbod wordt flexibiliteit genoemd, dit kan vele vormen aannemen op verschillende schaalniveaus. Zo kan een fabriek of koelhuis minder hard draaien om de vraag te sturen of kan een elektriciteitscentrale minder draaien om minder te leveren. Ook kan er tijdelijk elektriciteit opgeslagen worden, bijvoorbeeld in batterijen, of stuwmeren. In de eerste verkenningen voor Amsterdam kan flexibiliteit overall tot zo’n 20% capaciteitsverlaging leiden. Voor mobiliteit waarbij alleen het goed timen van de laadvraag (flexibel laden) is onderzocht was dit zelfs al 48% op onderstationniveau, terwijl op termijn ook veel verwacht wordt van de autobatterij als opslag. Ook hier geldt dat goede lokale analyse en meer sturing op de vraag van belang is omdat we anders meer koper in de grond leggen dan nodig is.


[1] Zie: https://openresearch.amsterdam/image/2021/4/16/themastudie_elektriciteit_2_0.pdf

[2] Zie: o.a. NOS: 16-4-2018, 18-8-2019, 29-4-2021; NRC 26-11-2020

[3] Netbeheerders hebben recent een kaart van heel Nederland gepubliceerd waar nu capaciteitsproblemen zijn; zie Capaciteitskaart invoeding elektriciteitsnet (netbeheernederland.nl)

[4] Rick Wolbertus, Robert van den Hoed, Maarten Kroesen, Caspar Chorus, Charging infrastructure roll-out strategies for large scale introduction of electric vehicles in urban areas: An agent-based simulation study, Transportation Research Part A: Policy and Practice, Volume 148, 2021, Pages 262-285.

Een hek met een missie

Al wandelend kom je vanalles tegen. Zo zag ik aan de voet van de Wilder Kaiser (Oostenrijk) dit hek van bifacial PV modules.

Het was een hek rond het grasveld van een aardig huis. Ruimte genoeg om zonder schaduw op de PV lekker in de zon te staan. Op het oog leek het noord-zuid te staan, ik heb mijn kompas er niet bij gepakt. Dat betekent dat er een ander patroon aan elektriciteitsopwek ontstaat dan bij panelen die voor de maximale opwek gaan en dus allemaal naar het zuiden staan. Bij bifacial PV heb je sowieso twee pieken, een van de voor- en een van de achterkant. Afhankelijk van de oriëntatie vroege ochtend en late middag/avond. De ochtend/avond pieken sluiten beter aan bij het electricitetisgebruikspatroon dan de middagpiek die er is van PV bij maximale opbrengst. Dat is ook de belangrijkste selling point volgens leverancier Next2Sun uit Duitsland. Het gaat dus echt om optimalisatie van PV met inpassing in het net. Om vergelijkbare reden wordt er ook al vaker bij zonneparken gekozen voor een oost-west oriëntatie i.p.v. puur zuidoriëntatie. De piek is wat lager wat gunstiger is voor de net capaciteit die nodig is.

Verder is ook het idee dat bifacial panelen profiteren van de zonreflectie via de grond. Nu zal dat effect in dit geval veel minder groot zijn bij een grasveld dan bij een mooi glad reflecterend oppervlak.

Voor het hek heb je wel een beetje ruimte nodig, dus een lekker grote tuin of een wei voor de koeien lijken meest geschikt.

Ik was wel nieuwsgierig, maar heb het toch niet aangedurfd om aan te bellen en te vragen welke voordelen ze ervoeren. Gemiste kans.,

Revival van de zonneboiler

Wat is er mooier dan het idee te douchen met zonnewarmte? Het was weken warm en de zon scheen als nooit te voren. Het was aanlokkelijk een grote zwarte zak op te hangen en voortaan in de tuin te badderen. Of iets geavanceerder, door een zonneboiler op het dak te leggen.

8 jaar geleden had ik op een congres voor installateurs al een moeilijk verhaal te vertellen over de zonneboiler in NL. PV was net aan haar opmars begonnen door grote kostendalingen. Deze kostendaling maakte het financieel interessant met een aantal PV panelen de EPC te halen. De zonneboiler leek dit niet te kunnen bijbenen[1]. De tijd deed de rest. Inderdaad zijn de kosten voor zonneboilers niet genoeg gedaald en is ook de efficiency nauwelijks gestegen.

Nu heeft alles wat leunt op de zon ‘last’ van een dag/nacht en een seizoenspatroon. Er is immers geen zon in de nacht en veel minder in de winter. Een standaard oplossing hiervoor is de buffer. Bij zonneboilers in de vorm van een groot boilervat voor etmaalbuffering. Bij PV functioneert het elektriciteitsnetwerk als buffer. En er is de salderingsregeling voor PV die de kosten laag houdt. Een zonneboiler heeft deze stimulering niet.

De laatste CBS cijfers laten wel een groei van 30% in toepassing van zonnewarmte in Nederland zien[2]. Volgens Solar Magazine is dit echter een groei in hele grote systemen, terwijl de kleine systemen, zoals op woningen, juist afnemen[3]. Misschien is het wel logisch dat een systeem waarbij je ook een grote buffer wilt hebben, het van schaalgrootte moet hebben en meer tot zijn recht komt in een warmtenet zoals ze in Denemarken vaker doen, of met een warmte- koudeopslag.

Het is dus nog steeds alleen maar een mooi idee dat douchen op zonnewarmte. Voor van de zomer op de camping. Gelukkig neemt ondanks dat de toepassing in Nederland wel toe.


[1] https://isso.nl/fileadmin/user_upload/_imported/fileadmin/user_upload/Winst_door_zuinig_ontwerp/renee-heller-warmtapwater-in-woningen.pdf

[2] https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/82003NED/table?searchKeywords=zonnewarmte

[3] https://solarmagazine.nl/nieuws-zonne-energie/i21513/zonnewarmte-nederland-installeert-recordhoeveelheid-zonnecollectoren.)  

Huiswerk antwoorden week 1

Van collega’s begreep ik dat ze nog wat te druk waren geweest met het omschakelen naar het online onderwijs. Mogelijk dat als we wat tentamens moeten vervangen door opdrachten dat de opdrachten van vorige week weer in beeld komen. Hoe dan ook heb ik van meerdere mensen gehoord dat ze wel graag de antwoorden wilde hebben. Zo gaat dat niet! Mijn studenten moeten ook eerst de opdracht maken voor ik het ge bespreken. Ik zag wel op twitter dat er wel wat mensen waren die met een deel van mijn huiswerk aan de slag zijn gegaan, dus dat wil ik jullie niet onthouden. Het gaat om de vraag of in Nederland een daling of een stijging in de elektriciteitsvraag is die je kan toeschrijven aan de Coronacrises.

Actuele data van de elektriciteitsvraag in Nederland is niet online beschikbaar. Wel is het interessant dat data van het hele Europese hoogspanningsnet te vinden is op de site van de ENTSOE (transpanency.entsoe.eu). Echter, dat is niet perse de werkelijke vraag, want zonne-energie opgewekt op gebouwen moet daar nog vanaf. Een tipje van de sluier voor de situatie in Nederland : volg de heren Vis (Vison23) en Bontebal op twitter en je komt met al je vragen een heel eind.


Hier lijkt wel een daling te zien….. en Martien Visser heeft het helemaal uitgewerkt.


Energiegebruik in tijden van de Corana crisis – blog 1 : opdrachten voor studenten- dag 1 van het thuis studeren

Een crisis heeft een effect op het energiegebruik. Welke precies is nog maar de vraag. Mijn vermoeden is dat er minder energiegebruik is in deze Corona crisis, maar dat geldt niet zomaar voor alle sectoren van de economie.

Wat zien we in Nederland ?

Opdrachten :

  1. maak een lijst van maatregelen van de overheid waarvan je denkt dat deze van invloed is op het energiegebruik. Denk aan : verwarmingsvraag, transportbewegingen, elektriciteitsgebruik

2. ga hoeveel energiegebruik hiermee gepaard gaat en hoeveel verandering er optreedt.

Allereerst was er zes dagen geleden de vraag aan de provincie Noord Brabant om bij lichte klachten thuis te werken. Dit gaf een verminderde filedruk en een beetje legere treinen. Hoeveel mensen thuis gebleven zijn is me niet bekend.

Afgelopen donderdag werd iedereen die dat kan gevraagd thuis te werken, bijeenkomsten van meer dan 100 mensen werden in heel Nederland verboden en werden hogescholen en universiteiten gevraagd online onderwijs te gaan geven. Gisteren (zondag 15-3-2020) werden alle scholen en de horeca gesloten.

Vanochtend (maandag 16-3-2020) bleek dat er 85% minder passagiers waren in de treinen in de ochtendspits. Tevens waren er geen files en stopt Air France en KLM met vliegen deze maand.

Opdrachten:

  1. Hoeveel energie verbruiken de passagierstreinen in Nederland ? per jaar en op een werkdag? Welke energiebron gebruikt de NS voor haar treinen ?
  2. Leidt thuiswerken tot minder energieverbruik? waarom en hoeveel zou dat kunnen zijn ?
  3. Hoeveel minder auto’s waren er en hoeveel minder energieverbruik geeft dat ?
  4. Hoeveel energie gebruikt de horeca ?
  5. Hoeveel energie gebruikt vliegen en hoeveel gebruikt KLM Air France in een maand?

Wat zien we in het buitenland ?

In Italië zijn nu veel fabrieken gesloten, in China was dit al sinds januari het geval. In Nederland is dit nu nog niet zo. Wel zijn alle autofabrieken van PSA vandaag gesloten.

  • De industrie is heel divers. Welke energiedrager gebruikt de autoindustrie meest ? waarvoor en hoeveel is dat ?
  • Kun je in de data van het elektriciteitsverbruik in maart effecten zien in Italië en Nederland ? (kijk op de Entsoe website en vergelijk werkdagen in verschillende weken bij actual load)

Ik kan natuurlijk over een paar dagen een update geven, of de antwoorden rondsturen, maar je kunt ook over een week de analyse nog een keer doen. Of je in een ander sector verdiepen of een ander land. Of de data in mooie grafieken gaan zetten. Als je dan ook “even” Phyton gaat leren heb je de komende weken nog genoeg te doen (en geleerd).

Succes en blijf gezond !

Informatiebronnen:

  • Cbs.nl Nederlandse statistieken
  • Transparancy.entsoe.eu Europese energiedata
  • Rivm.nl Nederlandse corona data
  • Algemeen nieuws: nos.nl; ad.nl
  • Lector van Hanze Hogeschool Martien Visser houdt veel energiestatisieken bij, zoek eens op zijn blog of op twitter.
  • Jasper Vis, vision23 op twitter

AEB can we learn from the current crisis?

Just before most of us went on summer holiday, news of an upcoming bankruptcy of AEB (Amsterdams Energie Bedrijf, the Amsterdam waste to energy company) leaked to the press (AT5 https://www.at5.nl/artikelen/195446/geheim-overleg-gemeente-op-straat-aeb-mogelijk-failliet). A heat wave later, some of the dust has settled and the first analyses of what is going on are published in the newspapers (see most recent analyses in the literature list).  At this moment all parties involved are still investigating options and AEB is still in operation.

First what is AEB ? It is a waste to energy company, 100% owned by city of Amsterdam. It was part of the city of Amsterdam up to a few years ago. Waste is coming from city of Amsterdam, other parts of the Netherlands and the UK. Waste is burned and from the steam electricity and heat are produced. AEB delivers heat to the 30.000 homes connected to the northern part of the district heating network of Amsterdam via a company called Westpoort Warmte. (www.aeb.com). AEB has the capacity for ~20% of the waste incineration of the Netherlands (Rijkswaterstaat 2018).

AEB operated 6 incineration plants up to the beginning of July when 4 of them were closed down due to immediate safety risks. This did not just happen overnight. Already in 2014 a big fire burned down parts of the installation and a mayor investment had to be done to make repairs.

The consequences of this shut down of 70% of the incinerating capacity are mostly national, but since 20% of the waste is from the UK, it may also cause international problems. A waste to energy plant operates on different markets, the waste market and the electricity market. You can earn or lose money on both. At this moment AEB has to break contracts on the waste market and buy electricity elsewhere to keep to contracts on the electricity market. Waste is now brought to landfills at different locations in the Netherlands to avoid it piling up on the streets or at businesses. There is not only money wasted, but also the environment loses out. Reasons given in the newspapers for the problems are numerous:

  • Mismanagement and lack of trust between management and personnel, but also between management and shareholder Amsterdam
  • Management and municipality were too optimistic on the value of waste, up till now there was a lot of overcapacity, the same holds for the value of electricity
  • The department that ran the plant was not ready for independence in 2014
  • Municipality kept too much influence and had to many roles : customer, shareholder, investor
  • Bad financial results were tackled with too much cuts in operations and maintenance 
  • Too much was invested in innovations, and not enough risks were taken into account
  • Municipality of Amsterdam undermined investments done in the separation installation by simultaneously investing and promoting separation at home
  • Municipality of Amsterdam valued investments in sustainability and innovation higher than ‘normal operation’

These can be summarized in several ‘normal’ business lessons and several transition lessons and maybe some economic crises issues:

Business:

  • Work hard at core business
  • Take safety seriously, and organise this well
  • Know your market (in this case a complex one: electricity, heat and waste)
  • The shareholder should not fully control the business
  • Listen to your personnel and act on issues brought up

Transition:

  • Don’t overestimate the business case of innovation
  • If circularity or sustainability is not given economic value, a pure economic business case driven company will not be viable
  • If there is competition between circularity and sustainable energy discourse (as seemed to be the case in the municipality of Amsterdam), waste form energy is at a difficult spot since waste from energy is valued low on the ladder of Lansink, but seen as sustainable in the sustainable discourse

 Economic crises : the value of electricity and waste was overestimated

The former minister of environment Jaqueline Cramer called for a rush ahead and invest now in the transition to circular and instead of investing in all the old incineration plants, invest only in the high efficiency plant (Cramer 2019). Since it will take a lot of time anyway to get operations up and running and there was overcapacity, this may be a good option. I am however not sure how good we are at speeding up the transition to circularity. This AEB case shows to me that the transition is difficult when the old is still mainstream and the new not valued yet.

Literature:

https://www.at5.nl/artikelen/195446/geheim-overleg-gemeente-op-straat-aeb-mogelijk-failliet

Cramer, J. , Maak AEB onderdeel van circulaire economie’, Het Parool.nl, 12 augustus 2019.

Koops, R., Meer problemen AEB: al verkochte energie kan niet worden geleverd, Het Parool, 12 augustus 2019

Kooiman, J. en Santen H. van, Afval blijkt goud noch groen; Goud spinnen uit vuile luiers; Vuile luiers
Hoe het misging bij afvalbedrijf AEB ; Het afval hoopt zich op bij het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf.Hoe kon het zo uit de hand lopen? Een reconstructie., NRC Handelsblad, 10 augustus 2019 .

McDonald, O. , Westpoort Warmte wil noodvoorziening warmte door problemen Afval Energiebedrijf Amsterdam, Energeia, 19 juli 2019

Rijkswaterstaat, Afvalverwerking in Nederland : gegevens 2017 / Werkgroep Afvalregistratie. –

Utrecht : 2018.

Stooker, C en Polman, J. , De afvalovens van AEB verbranden vooral heel veel geld, FD.nl, 12 augustus 2019.

https://www.aebamsterdam.nl/ https://www.aebamsterdam.com/

The shard : betovering van glas


Agelopen week zapte ik s avonds bij de reclame weg en zat ik opeens gefascineerd naar een documentaire over ‘the Shard’ te kijken. Dit is een opvallende wolkenkraber in hartje Londen in de vorm van een glasscherf (zie https://www.the-shard.com/about/) . Dit klinkt in het Nederlands een beetje goedkoop, maar zo ziet het er zeker niet uit.

The Shard (foto van : https://www.dewhurst.co.uk/wp-content/uploads/2017/06/shard-case.jpg)

Wat me meest opviel was de claim dat het glas zo goed was voor het leveren van thermisch comfort omdat het immers driedubbel glas betrof. Bij dit fragment lieten ze ook de gevelpanelen zien die bestonden uit een laag dubbel glas een ongeveer 20 cm brede luchtlaag en een enkelglas laag met reflectiecoating aan de buitenzijde. Dit alles in een stevige aluminium frame om het vast te kunnen maken. De hele gevel van ‘the shard’ bestaat uit glazen gevelpanelen. Ik geloof meteen dat de architect, Renzo Piano, enige moeite heef gedaan om iets te doen aan het comfort. Als hij dat niet gedaan zou hebben was het namelijk één grote broeikas geworden, maar het is wat optimistisch om te suggeren dat al dat glas een erg goede oplossing is.

Gevel van The Shard (foto van : https://www.aluminiumtradesupply.co.uk/wp-content/uploads/2012/05/The-Shard11.png)

De zon wordt nog enigszins buiten gehouden met de extra reflectiecoating en de zonneschermen binnen in de glazen panelen. Dit klopt als je het vergelijkt met dubbel glas, maar niet als je naar andere oplossingen zou kijken zoals geïsoleerde wanden of andere gebouwontwerpen met minder glas op het noorden en overstekken op het zuiden. De koude in de winter komt ook zo naar binnen. Ook driedubbel glas heeft een ongeveer 3 keer zo lage isolatiewaarde als een goed geïsoleerde gevel. Nu ga je niet al het glas door dichte wanden vervangen, maar toch.

Al met al is het ontwerp van de Shard wat betreft energieverbruik vast en zeker beter dan van oudere glazen wolkenkrabbers, maar moet je toch naar beter isolerende materialen en gebouwontwerpen kijken om tot echt zuinige gebouwen te komen.  De discussie is niet alleen relevant voor de moderne wolkenkrabbers in Londen of Dubai, maar ook in Nederland lijken we weer met meer glas te bouwen.

Klimaatakkoord: het komt allemaal goed

Dat was de toon van Wiebes op de persconferentie vandaag (https://nos.nl/liveblog/2291071-klimaatakkoord-industrie-kritisch-autobranche-vindt-plannen-realistisch.html). Geen zorgen, het komt allemaal goed. Dat het kabinet het dan niet lukt zich aan het Urgenda vonnis te houden geeft echter geen vertrouwen dat dit ook echt zo is (https://nos.nl/artikel/2291098-urgenda-kabinet-lapt-vonnis-van-de-rechter-aan-zijn-laars.html)

In het klimaatakkoord moet er ongeveer 50 Mt CO2 worden bespaard in nu nog bijna 11 jaar. Dat is 5 Mt CO2/jaar (www.klimaatakkoord.nl). Toen Urgenda de zaak voor 25% Co2reductie in 2020 won was daar nog 5 jaar de tijd voor (https://www.urgenda.nl/themas/klimaat-en-energie/klimaatzaak/). Er moest zo’n 9 Mton CO2 bespaard worden. Minder dan 2 Mt CO2/jaar dus. Maar door het niet accepteren van dit vonnis en gedraal is er nu, met nog een jaar tijd, nog 5 Mton CO2 reductie niet ‘gevonden’.

Het komt dus niet zomaar goed met dit kabinet.